Als huis-, tuin- en keukenslotracer doe ik toch altijd mijn
best om de slotcars waarmee ik wedstrijden rij in optimale conditie te
krijgen. Voor mij is dat, naast de pure snelheid, vooral een goede handling en
controle in de bochten. Juist omdat ik een doorsnee slotracer ben is het voor
mij belangrijk dat de slotcar ‘vergevingsgezind’ is voor kleine foutjes bij het
rijden. Ik kan daar thuis uren mee bezig zijn (ik ben met pensioen). Ik doe dan
aanpassingen die ik vervolgens op mijn thuisbaan uittest. Werkt iets goed, dan
blijft het uiteraard. Werkt iets niet, dan wordt het teruggedraaid en probeer
ik weer iets anders.
Een aanpassing die ik op vrijwel al mijn wedstrijd-slotcars
maak, zijn onafhankelijk draaiende voorwielen. Over het nut daarvan kun je
discussiëren, maar ik doe dat omdat ik meestal op een volledig vlakke baan rij en de vooras vrijwel onbeweeglijk fixeer. Ik wil dat de voorwielen de baan raken om
de auto in evenwicht te houden, juist in de bochten. Nadeel hiervan is dat de
voorwielen in de bocht als een soort extra rem kunnen gaan werken omdat het buitenste wiel een
langere afstand af moet leggen dan het binnenste wiel. Bovendien wil de auto
eigenlijk rechtdoor, omdat de wielen niet sturen. Met name in de korte bochten
kan dat nadelig werken.
De laatste auto die ik op deze manier aangepast heb is de
Slot.it McLaren M8D. Steeds in dezelfde korte bocht van mijn baan, liep deze
auto uit het slot, omdat ie eigenlijk rechtdoor wilde rijden. Na de eerder
genoemde aanpassing was dit probleem opgelost.
Laatst kwam dit op mijn club ter sprake en mijn clubgenoten
wilden eigenlijk weleens weten hoe ik dit doe en of ik dit niet eens uiteen
wilde zetten en demonstreren. Ik heb toen in grote lijnen onderstaand verhaal
verteld.

1.
Stel vast hoe lang het asje moet worden. Om goed
te werken moet het asje een fractie van een millimeter uitsteken als de wielen
gemonteerd zijn. Zaag het asje met de ijzerzaag of Dremel op maat
en maak het gezaagde uiteinde braamvrij met een vijl of een stukje
schuurpapier.
3.
Nu is het asje meestal nog te dik om de wielen
te kunnen monteren, dus moet het asje eerst op dikte gemaakt worden. Hiertoe
wordt deze in de Dremel gezet, men vouwt er een schuurpapiertje omheen en
schakelt de Dremel aan. Er wordt net zolang geschuurd tot de wielen passen en
soepel, maar met zo weinig mogelijk speling, erop kunnen draaien. Brand je vingers niet.
Het tweede wiel kan nu op het overgebleven vrije
uiteinde gezet worden en het tweede spijkertje kan nu in het asje gedrukt om de zaak compleet te maken. Kijk ook hier uit dat er geen lijm tussen
het wiel en het asje terecht komt.
7.
Laat de lijm even drogen en de eerste testrit
kan plaatsvinden.
8.
Gebruik geen olie om de wielen soepeler te laten
draaien, want uiteindelijk wordt het tegendeel bereikt. De olie verzamelt namelijk stof,
waardoor na verloop van tijd de wielen minder soepel draaien. Omdat de wieltjes niet meer te demonteren zijn, is het moeilijk, zo niet onmogelijk om dit vuil te verwijderen.
Handig gedaan John, met die messing buisjes, mooi alternatief voor die kant en klare onafhankelijke vooras sets.
BeantwoordenVerwijderen