zondag 23 juli 2017

Onafhankelijk draaiende voorwielen

Als huis-, tuin- en keukenslotracer doe ik toch altijd mijn best om de slotcars waarmee ik wedstrijden rij in optimale conditie te krijgen. Voor mij is dat, naast de pure snelheid, vooral een goede handling en controle in de bochten. Juist omdat ik een doorsnee slotracer ben is het voor mij belangrijk dat de slotcar ‘vergevingsgezind’ is voor kleine foutjes bij het rijden. Ik kan daar thuis uren mee bezig zijn (ik ben met pensioen). Ik doe dan aanpassingen die ik vervolgens op mijn thuisbaan uittest. Werkt iets goed, dan blijft het uiteraard. Werkt iets niet, dan wordt het teruggedraaid en probeer ik weer iets anders.

Een aanpassing die ik op vrijwel al mijn wedstrijd-slotcars maak, zijn onafhankelijk draaiende voorwielen. Over het nut daarvan kun je discussiëren, maar ik doe dat omdat ik meestal op een volledig vlakke baan rij en de vooras vrijwel onbeweeglijk fixeer. Ik wil dat de voorwielen de baan raken om de auto in evenwicht te houden, juist in de bochten. Nadeel hiervan is dat de voorwielen in de bocht als een soort extra rem kunnen gaan werken omdat het buitenste wiel een langere afstand af moet leggen dan het binnenste wiel. Bovendien wil de auto eigenlijk rechtdoor, omdat de wielen niet sturen. Met name in de korte bochten kan dat nadelig werken.

De laatste auto die ik op deze manier aangepast heb is de Slot.it McLaren M8D. Steeds in dezelfde korte bocht van mijn baan, liep deze auto uit het slot, omdat ie eigenlijk rechtdoor wilde rijden. Na de eerder genoemde aanpassing was dit probleem opgelost.

Laatst kwam dit op mijn club ter sprake en mijn clubgenoten wilden eigenlijk weleens weten hoe ik dit doe en of ik dit niet eens uiteen wilde zetten en demonstreren. Ik heb toen in grote lijnen onderstaand verhaal verteld.

Slot.it heeft in zijn productaanbod holle asjes met stoppers (pa 39) waarmee dit ook gedaan kan worden, echter omdat alle auto’s verschillende spoorbreedtes hebben moet de lengte van het asje meestal toch aangepast worden om een goed resultaat te krijgen.



Daarom maak ik deze asjes zelf. Hierbij maak ik gebruik van messing buisjes die ik koop in de modelbouwwinkel. Deze buisjes hebben nagenoeg dezelfde dikte als de slot.it asjes. Als ‘stoppers’ maak ik gebruik van messing spijkertjes die je in elke bouwmarkt aan kunt schaffen.





1.       Stel vast hoe lang het asje moet worden. Om goed te werken moet het asje een fractie van een millimeter uitsteken als de wielen gemonteerd zijn. Zaag het asje met de ijzerzaag of Dremel op maat en maak het gezaagde uiteinde braamvrij met een vijl of een stukje schuurpapier.

3.     
  Nu is het asje meestal nog te dik om de wielen te kunnen monteren, dus moet het asje eerst op dikte gemaakt worden. Hiertoe wordt deze in de Dremel gezet, men vouwt er een schuurpapiertje omheen en schakelt de Dremel aan. Er wordt net zolang geschuurd tot de wielen passen en soepel, maar met zo weinig mogelijk speling, erop kunnen draaien. Brand je vingers niet.
     



       Nu kan het eerste wiel erop gezet worden. In de bouwmarkt zijn messing spijkertjes te koop die precies in de uiteinden van de asjes passen en als ‘stoppers’ kunnen fungeren. Deze spijkertjes zet ik vast met secondelijm. Maar kijk hiermee uit, want voor je het weet draait het wiel niet meer of onvoldoende omdat het vastgelijmd zit aan het asje. Om dit gevaar af te wenden, smeer ik met een doekje het asje eerst in met olie, zodat de secondelijm hieraan niet kan hechten. Zorg dat de olie niet aan de binnenzijde van het asje komt. Doe een druppeltje secondelijm op het spijkertje en druk dit in het asje. Nu kan het eerste wiel erop geschoven worden en kan het asje met het eerste wiel in het chassis gemonteerd worden.



        Het tweede wiel kan nu op het overgebleven vrije uiteinde gezet worden en het tweede spijkertje kan nu in het asje gedrukt om de zaak compleet te maken. Kijk ook hier uit dat er geen lijm tussen het wiel en het asje terecht komt.

7.      
       Laat de lijm even drogen en de eerste testrit kan plaatsvinden.


8.       Gebruik geen olie om de wielen soepeler te laten draaien, want uiteindelijk wordt het tegendeel bereikt. De olie verzamelt namelijk stof, waardoor na verloop van tijd de wielen minder soepel draaien. Omdat de wieltjes niet meer te demonteren zijn, is het moeilijk, zo niet onmogelijk om dit vuil te verwijderen.

zaterdag 1 juli 2017

De universele sleperschoen van Scaleauto SC-1607

Voor een goede performance van de slotcar is het gebruikte sleperschoentje van groot belang. Het universele sleperschoentje van Scaleauto, de SC-1607 is wat mij betreft het beste schoentje dat op de markt is. Hoewel niet toepasbaar op de LMP-modellen van slot.it is dit schoentje op vrijwel alle 1:32 slotcars te gebruiken. Het is een zogenaamd progressief schoentje. Dit wil zeggen dat het voorste deel begint voor het draaipunt, zodat het eerder draait dan de gebruikelijke schoentjes op de meeste slotcars. Dit heeft o.a. als voordeel dat de slepers in de bochten beter contact maken met de geleiders. Een ander voordeel is dat de slotcar die hiermee uitgerust is, minder de neiging heeft om rechtdoor te rijden. Het is een 'universeel' schoentje en het dient dus, zonodig, aangepast te worden aan de betreffende slotcar en de baan waarop gereden wordt.

Het pootje (draai-asje) is voor de meeste slotcars te lang en dient dus meestal ingekort te worden. Zelf laat ik deze met opzet iets te lang, zodat na bevestiging er nog enige speling overblijft om op en neer te bewegen met de hoogte van de geleiders. Na het op maat maken dient dan ook nog goed gecontroleerd te worden of het schoentje goed in de schacht draait. Dit moet met zo weinig mogelijk speling soepel draaien (geen olie e.d. aanbrengen, want dat verzamelt stof zodat na enig gebruik het draaien bemoeilijkt wordt). Men kan de schacht iets uitvijlen met een ronde vijl, of met een stukje schuurpapier het schoentje zelf onder handen nemen. Net zolang tot het onbelemmerd draait (Dit is erg belangrijk voor het goed door de bochten gaan van de slotcar, maar ook voor het snel terug kunnen zetten in de baan na een uitvlieger).

Verder dient de diepte van de geleider aangepast te worden aan de baan (banen), waarop gereden wordt. De diepte is af fabriek 8 mm. Dat is voor veel banen te diep. Zelf kort ik dit standaard in op 6 mm, waarmee op alle banen gereden kan worden. Dit inkorten kan op allerlei manieren gedaan worden. Zelf doe ik dit op een stukje schuurpapier. Met de schuifmaat controleer ik dan of ik de 6 mm al bereikt heb.

Als alles op maat is en goed draait kan het schoentje in de slotcar gemonteerd worden met behulp de bijgeleverde ringetjes en schroefje en kunnen de slepers aangebracht worden.